Myriam ‘Nouche’ Sents, sleutelfiguur van het verenigingsleven
14/02/23
Van dansgroep DOSIDO over het OCMW tot Okra: in het leven van Myriam Sents, beter gekend in Drogenbos als Nouche, draait alles rond sociaal engagement en zorgen voor anderen. Tijd voor een gesprek met deze bijzondere vrouw, die heel wat betekend heeft voor het sociale leven in Drogenbos – en dat nog steeds met verve doet.
Toen we Nouche (68) contacteerden voor een interview, was haar eerste, spontane reactie: ‘Moet dat?’. Het typeert deze actieve vrouw, die niet graag op de voorgrond staat. ‘Niet ik ben belangrijk, hopelijk wel mijn inzet.’
Heb je je engagement van thuis uit meegekregen?
‘Ja, ik kom uit een groot en warm gezin. Wij waren met tien kinderen, ik was een van de ouderen en heb dus al op jonge leeftijd geleerd om voor anderen te zorgen. Je moet iets betekenen voor elkaar en anderen, dat inzicht is mij met de paplepel meegegeven. Als kind speelde ik altijd kinderverzorgster, of verpleegster met mijn poppen. Het zorgende zat in mijn genen. Sociaal engagement is als een microbe voor mij. Het is uitgegroeid tot een verslaving om me in te zetten voor anderen – ik denk dat er slechtere verslavingen zijn. Het is alvast eentje die veel voldoening geeft. ’
‘Mijn jeugd bracht ik door in Evere, aan de grens met Schaarbeek, in een sociale wijk met veel kinderen. Onze straat was een jeugdbeweging op zich. Ik ging naar de lagere school in Evere, en liep later school in de beroepsschool in Zaventem. Nadien studeerde ik kinderverzorging in Oudergem en haalde ik in de verpleegstersschool in Ukkel mijn diploma van verpleegster.’
Het was dus een bewuste keuze om ook in je beroep voor anderen te zorgen?
‘Ik heb heel mijn leven lang gewerkt in het Sint-Elisabethziekenhuis in Ukkel als verpleegster. Daar heb ik nooit van gehad. Al ziet de job er vandaag helemaal anders: vanwege de vele administratieve taken blijft er steeds minder uit over om patiënten goed te verzorgen – laat staan om een praatje met hen te maken. Het hoeft dus niet te verbazen dat het enthousiasme voor het beroep zienderogen afneemt.’
Hoe ben je in Drogenbos beland?
‘In 1983 ben ik gehuwd met Jaak. We woonden vier jaar lang in Ukkel, tot we de kans kregen om hier te komen wonen. Dat was als een droom die uitkwam vor Jaak, een rasechte Drogenbossenaar die maar wat graag in zijn gemeente wilde blijven. Voor mij was er een voorwaarde: ik moest ‘tussen de mensen wonen’ en vele mensen kunnen ontmoeten en leren kennen.’
Intussen kunnen we zeggen dat je daarin geslaagd bent.
‘Het begon in 1983 met onze volksdansgroep (nu gewoon gemeenschapsdansgroep) DOSIDO. DOSIDO werd al snel meer dan een dansgezelschap voor jong en oud, het is een grote vriendengroep. Uit DOSIDO is de dansgroep voor ouderen ontstaan, de Zandloper. Binnenkort blaast DOSIDO veertig kaarsjes uit. Enthousiaste jongelingen hebben de fakkel intussen overgenomen.’
‘Daarnaast startte ik een afdeling van ziekenzorg, werd ik lid van het KAVbestuur. Op mijn job werd ik syndicaal afgevaardigde. Al dat engagement heeft me ertoe aangezet om halftijds te werken, zodat ik mijn kinderen nog eens kon zien. Ik heb me regelmatig de vraag gestelde of ik er wel genoeg was voor hen. Ik probeer dat nu te compenseren, door een goede en zo veel mogelijk aanwezige grootmoeder te zijn.’
We hebben het nog niet gehad over je wellicht belangrijkste mandaat: voorzitter van het OCMW
‘Politiek interesseert me niet, maar toen burgemeester Calmeyn mij in 2000 vroeg of ik niet op de OCMW-lijst wilde staan, kwam het sociale kantje in mij naar boven. Het idee om iets te kunnen doen voor de mensen, sprak me aan. Zo begon ik aan een carrière van 18 jaar, waarvan de laatste zes jaar als voorzitter.’ Een van de eerste verwezenlijkingen waren de volkstuintjes in de Marie Collartstraat. Mensen kunnen hier gezond en betaalbaar voedsel kweken, maar ze leren ook samenwerken, met elkaar praten en vormen zo een hechte gemeenschap. De volkstuintjes zijn een succes geworden. Ooit groeide hier enkel maïs in de zomermaanden, nu is het een levendige en bloeiende tuin geworden.’
‘Daarnaast namen we initiatieven tegen kinderarmoede, zoals huistakenschool de Passage, een tweedehandsbeurs voor kinderkleding en een kringloopwinkel in samenwerking met Televil – jammer genoeg is die werking stopgezet vanwege de sluiting van de gemeentelijke feestzaal.’
De laatste jaren is er nog een engagement bijgekomen: de verantwoordelijkheid voor Okra?
‘Toen voorzitter Gust en zijn vrouw in 2019 plots moesten stoppen, heb ik samen met mijn man Jaak en Patricia de leiding in handen genomen. Maandelijks vergaderen we met onze 55-plussers, maar we gaan ook regelmatig samen wandelen, sporten of naar een evenement in de buurt. De mensen waarvoor José en Gust zo lang hebben gezorgd, mochten niet in de kou blijven staan. Het is belangrijk dat ze elkaar blijven ontmoeten voor momenten van ontspanning. Dat mocht niet verloren gaan.’
We hopen dat onze gemeenschap nog vele jaren op jou kan rekenen. Hoe kijk je er zelf tegenaan?
‘Heel kort gezegd: Ik heb mensen bij elkaar gebracht. Meer moet dat niet zijn.’
Tekst: André Lerminiaux
Foto: © Tine De Wilde
Uit: kaaskrabber februari 2023