Gemeenschapskrant

Brandweerman Rudy Dewinter

14/02/23

Rudy Dewinter is al bijna veertig jaar lang brandweerman in hart en nieren. Voor hem is het meer dan een job, het is het realiseren van zijn kinderdroom. Op zondag 26 februari spreekt hij tijdens een ontbijtgesprek in het FeliXart Museum over zijn beroep én passie.

© Tine De Wilde

Een passie krijg je vaak al van kleins af aan mee, en dat was bij Rudy Dewinter niet anders. De man is intussen 56, maar al in zijn prille jeugd draaide zijn leven rond de brandweer. ‘Zo lang ik mij kan herinneren, was ik gefascineerd door de brandweer’, vertelt Dewinter. De brandweerauto waar ik als kind mee speelde, was van mij en van niemand anders. Als ik in de verte een brandweersirene hoorde, holde ik er meteen naartoe. Zag ik een brandweerauto voorbijrijden, sprong ik op mijn fietsje en achtervolgde ik dat grote rode voertuit tot aan de plaats van het onheil. Toen wist ik al dat mijn toekomst bij de brandweer lag.’

Hoe verliep het verder?

‘Ik studeerde mechanica in Don Bosco Halle, werd daarna kinderverzorger en ging verpleging studeren. Die studies heb ik nooit afgerond, want na twee jaar ben ik gestopt om aan de slag te gaan op een ziekenwagendienst. Ik had al op mijn zestiende een opleiding tot ambulancier doorlopen. Ik was al van mijn zestiende vrijwilliger bij een privaatdienst voor ziekenvervoer in Anderlecht. Dat was onder leiding van een pastoor, die zijn mis leidde met de radio op het altaar. Kwam er een oproep binnen, legde hij de misviering stil en vertrok hij meteen. De gelovigen moesten maar wachten. Hij reed met zijn eigen wagen achter de ambulance, met zijn sigaar in zijn mond. Ik moest bij aankomst de situatie inschatten en hem zo nodig roepen om te komen helpen dragen. Dat waren heroïsche tijden, die vandaag niet meer mogelijk zouden zijn – laat staan toegelaten.’

Wanneer begon uw carrière bij de brandweer?

‘In 1988 werd ik brandweerman. Langzaam maar zeker heb ik me opgewerkt. Ik heb tal van cursussen gevolgd en examens afgelegd. Inmiddels ben ik al zeven jaar adjudant: ik ben verantwoordelijk voor een ploeg van 13 mensen, en dat gedurende 24 uur, vier dagen per week. Drie jaar geleden ontving ik ook het brevet van officier. Daarnaast geef ik al zo’n 21 jaar les in de brandweerschool, voor toekomstige vrijwilligers of beroepsbrandweermannen. De opleiding is zeker geen lachertje: je moet er iets voor over hebben.’

Hoe was de opleiding toen jij je eerste stappen in het vak zette?

‘In mijn tijd was er nog geen sprake van een brandweerschool. De eerste cursus voor brandweerman heb ik zelf nog gevolgd, in 1989 – alleen op zaterdag, en uitsluitend theoretisch. Heel anders dan nu, want in onze school beschikken we over alle mogelijke middelen om de opleiding praktisch te vervolmaken. Denk maar aan containers, materiaal om wagens open te knippen, … Het enige vuur dat ik tijdens mijn opleiding heb gezien, is dat van een aansteker.’

In al die jaren heb je ongetwijfeld bijzondere taferelen mogen aanschouwen?

‘Het spectaculairste voorval was ongetwijfeld de treinramp in onze achtertuin, in Buizingen. Ik was die dag de verantwoordelijke adjudant en kwam als eerste aan. Ik ging als eerste de gekantelde treinwagon in. Dat is een beeld dat je niet snel vergeet.

Wat me nog altijd het meeste aangrijpt, zijn alle ongevallen waar kinderen bij betrokken zijn. Dat word je nooit gewoon en dat hoeft ook niet. Vroeger dachten brandweermannen wel eens dat ze zich als macho’s moesten gedragen, maar die tijd is gelukkig voorbij. We zijn geen robotten. Als je dat punt voorbij bent, als je niet meer onder de indruk raakt van het werk dat je doet, is het hoog tijd om te stoppen. Ook brandweermannen mogen hun emoties of zelfs tranen al eens de vrije loop laten. Tegelijk moeten ze wat net gebeurd is een plaats kunnen geven. Daarom is de debriefing na elke interventie zo belangrijk, en kunnen we indien nodig beroep doen op het Fire Stress Team – opgericht door psychotrauma-therapeut Erik de Soir – voor psychologische ondersteuning.’

Hoe ziet de dag van een brandweerman uit? Doden jullie de rustige momenten met kaart spelen, zoals het cliché wil?

‘Jammer genoeg niet. Elke ploeg werkt 24 uur aan een stuk, onder leiding van de adjudant. De shift start ’s morgens om 8 uur. Dan krijgt iedereen zijn of haar taken voor de dag toegewezen, zoals het kuisen van de wagens, het spoelen van de slangen of het controleren van het nodige materiaal. Elke taak is belangrijk – het leven van je collega’s hangt er letterlijk van af. Reken daarbij een twintigtal oproepen per dag, en je weet dat onze dag al snel vol zit.

Vanaf achttien uur is iedereen vrij om te doen wat men wil, maar iedereen blijft in de kazerne. We moeten immers op elk ogenblik klaar zijn om uit te rukken, en dat tot ’s morgens acht uur. Na vier dagen volgen drie dagen om te recupereren en begint het hele proces opnieuw.’

Heb je naast het blussen van branden nog een andere bijzondere hobby?

‘Ik was 23 jaar lang een gepassioneerd duiker. Ik duikte vaak in onze kanalen, waar je niets ziet en uitsluitend op de tast kan werken. Daar ben ik mee gestopt, maar aan stilzitten denk ik niet. Ik heb een brevet om op hoogte en in de diepte te mogen werken, al moet ik toegeven dat grotten niet zo mijn ding waren. Ik heb ook een trainersbrevet voor jiujitsu en geef les aan jongeren en volwassenen. Lesgeven is eigenlijk mijn grootste hobby.

Het geeft me voldoening om mijn kennis en kunde met andere te delen, zeker als het gaat om het opleiden van de brandweermannen van morgen.’

Haal je nog voldoende voldoening uit de job? ‘Zeker en vast. Ik heb mijn kinderdroom kunnen waarmaken. Mijn werk is gevarieerd, mede dankzij de vele opdrachten die ik ernaast heb – denk maar aan het lesgeven. Mijn fascinatie voor de brandweer is nog niet gedoofd, en hopelijk zal dat ook nooit gebeuren.’

Tekst: André Lerminiaux
Foto: © Tine De Wilde
Uit: kaaskrabber februari 2023

Meer nieuws

  • Kinderen in de schijnwerpers

    18/09/24

    GC de Muse heeft geen zaal met een podium, maar plaatst met plezier mensen of activiteiten op de voorgrond. Dit najaar richt het centrum zijn schijnwerpers op kinderen. Mikoyan Lamonte (stafmedewerker in GC de Muse) en collega Dirk Craps van GC de Moelie stemmen hun aanbod op elkaar af. ‘Onze centra liggen 2,5 km van elkaar. Die afstand kan je makkelijk overbruggen.’

  • Vrijwilligers van de maand

    18/09/24

    Ditmaal zetten we graag vijf vrijwilligers in de kijker die zich al decennialang inzetten voor onder andere Okra.

  • Ontmoeting met kunstenaar Michel Heyvaert

    18/09/24

    Hoewel hij intussen al vele jaren in Buizingen woont, heeft kunstenaar Michel Heyvaert altijd een sterke band gehad met onze gemeente. 'Drogenbos is mijn tweede thuis.' Wij gingen eens langs in zijn atelier.